Het EU-Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA) stelt dat negatieve, verkeerde en ouderwetse denkbeelden over LHBT’s onder leden van bepaalde beroepsgroepen het moeilijker maken voor beleidsmakers om discriminatie en haatmisdrijven te bestrijden. Uit een vandaag gepubliceerd FRA-rapport blijkt namelijk dat artsen in sommige EU-lidstaten homoseksualiteit nog steeds als een ziekte beschouwen en transseksualiteit als een geestelijke stoornis.
Voor het eerst is in 19 EU-lidstaten* een vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar denkbeelden van ambtenaren, gezondheidsfunctionarissen, leraren en politieagenten. Hierin werd de positieve impact van EU-beleid en initiatieven grotendeels erkend. Uit het onderzoek is echter ook gebleken dat een gebrek aan informatie en onderwijs over de situatie van LHBT’s hen ervan weerhoudt om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de discriminatie waar LHBT’s voortdurend mee te maken hebben.
“LHBT’s hebben hetzelfde recht op onderwijs, gezondheidszorg en een gelijke behandeling als ieder ander. Ook zij hebben het recht om een waardig leven te leiden, vrij van angst en discriminatie,” aldus Michael O’Flaherty, directeur van het EU-Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA). “Uit het meest recente onderzoek van het FRA blijkt dat sommige artsen nog steeds ten onrechte menen dat homoseksualiteit een ziekte is. Uit de bevindingen van het onderzoek komt duidelijk naar voren dat de EU en de EU-lidstaten meer moeten doen om te zorgen dat ambtenaren in staat zijn hun plicht te vervullen om kwalitatief hoogstaande dienstverlening te bieden om een einde te maken aan het lijden waaronder veel LHBT’s gebukt gaan.”
Het FRA heeft gesproken met leden van de beroepsgroepen die het beste kunnen aangeven welke belemmeringen en stimulansen er in de praktijk komen kijken bij de implementatie van beleidsmaatregelen op het gebied van grondrechten. In het verslag Professionally speaking: challenges to achieving equality for LGBT people (Professioneel gesproken: uitdagingen voor het bereiken van gelijkheid voor LHBT’s) worden onder andere de volgende belangrijke resultaten gepresenteerd:
- De maatschappij kan vijandig tegenover LHBT’s staan en beroepsbeoefenaars kunnen vooroordelen hebben, zoals de overtuiging dat homoseksualiteit een ziekte is die iemand kan oplopen. Dit wijst op de noodzaak van meer positieve bewustmakingscampagnesop EU- en nationaal niveau, zoals vermeld in de Europese Commissie’s Actieprogramma om het respect voor LHBT’s en hun rechten te verbeteren.
- In alle beroepsgroepen is men zich onvoldoende bewust van hetgeen LHBT’s nodig hebben, en weet men weinig hierover. Dit onderstreept het belang van passend onderwijs en opleiding, en partnerschappen en samenwerking met maatschappelijke organisaties om vooroordelen te bestrijden, met name vooroordelen over transgenders in de gezondheidszorg, en er beter voor te zorgen dat LHBT’s dezelfde kwalitatief hoogwaardige zorgverlening krijgen als alle andere mensen.
- Het gebrek aan objectieve informatie, met name op scholen, kan later in hun leven tot pesterijen en vooroordelen leiden en jonge LHBT’s ertoe dwingen hun seksuele geaardheid of genderidentiteit te verbergen. Lidstaten dienen samen te werken met onderwijsinstanties en scholen en gerichte campagnes te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat scholen een veiliger en vriendelijker plek voor LHBT’s worden.
- Haatmisdrijven tegen LHBT’s worden vaak niet erkend, er wordt geen aangifte van gedaan en ze worden niet geregistreerd. Lidstaten dienen meer inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat de wetgeving die bescherming biedt tegen haatmisdrijven op de juiste manier wordt uitgevoerd en dat er meer gedaan wordt om te zorgen dat meer LHBT’s aangifte doen van haatmisdrijven en dat deze aangiften geregistreerd worden.
In het kader van het onderzoek is ambtenaren, artsen, leraren en politieagenten gevraagd aan te geven welke wetten en beleidsmaatregelen volgens hen de rechten van LHBT’s effectief beschermen en bevorderen, welke niet en waarom. In een in december 2015 gepresenteerd rapport van het FRA is een compleet overzicht van wetgeving op het gebied van LHBT’s in de gehele EU opgenomen. In dit verslag worden ook de problemen van de mensen met een intersekse-conditie belicht.
De bevindingen vormen een aanvulling op EU LGBT Survey, het baanbrekende LHBT-onderzoek van het FRA waarin werd onthuld dat er onder LHBT’s in de EU veel angst heerst en dat ze op grote schaal gediscrimineerd worden. De volledige gegevensset van het onderzoek zal later dit jaar beschikbaar worden gesteld.
Op 28 en 29 april a.s. zal in Amsterdam een bijeenkomst van de werkgroep van het FRA ter verbetering van de aangifte en registratie van haatmisdrijven in de EU plaatsvinden, waar specifiek gekeken zal worden naar haatmisdrijven tegen LHBT’s.
[Bron: EU-Agentschap voor Fundamentele Rechten]
* De 19 EU-lidstaten zijn: Bulgarije, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
Het COC vecht voor LHBT-rechten. Vecht mee!