De Raad van State pleit voor afschaffing en vervanging van de zogenaamde ‘enkele feit’-constructie in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB).
Dat schrijft het adviesorgaan in een nog vertrouwelijk advies aan het kabinet waar het Nederlands Dagblad de hand op heeft weten te leggen.
Volgens de Raad van State heeft juist het bijzonder onderwijs op grond van EU-richtlijnen een grote vrijheid om ‘beroepsvereisten’ te stellen. Maar die eisen moeten volgens de Raad van State ‘wezenlijk, legitiem en gerechtvaardigd’ zijn met het oog op ‘een houding van goede trouw en loyaliteit’ van de werknemers aan de godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag, maar ze mogen niet leiden tot discriminatie. Bovendien moeten ze consequent door de instelling toegepast worden.
De beroepsvereisten zijn volgens de Raad van State uitsluitend toegestaan wanneer ‘deze voldoende kunnen worden herleid tot de godsdienst/levensbeschouwing die de grondslag van de instelling vormt’.
Op grond van deze nieuwe formulering kan volgens de Raad van State de zogenaamde ‘enkele feit’-constructie in de AWGB geschrapt worden. Op grond daarvan is het zo dat iemand niet vanwege het ‘enkele feit’ van homoseksualiteit mag worden geweerd – waronder ook een relatie of samenwonen worden begrepen – maar wel op grond van ‘bijkomende omstandigheden’.
Het is echter in de vijftien jaar waarin de AWGB van kracht is nooit duidelijk geworden waar de grens tussen het ‘enkele feit’ en ‘bijkomende omstandigheden’ ligt. Wel leidt deze wetstekst telkens tot verwarring en verhitte politieke debatten. De nu lopende kwestie van de homoseksuele leraar in Emst toont dat aan.
Het kabinet is over deze kwestie intern verdeeld en heeft daarom eind vorig jaar de Raad van State om een advies gevraagd. De Raad van State stelt nu voor de ‘enkele feit’-constructie te vervangen.
In het advies van de Raad van State krijgen scholen op grond van EU-wet- en regelgeving meer ruimte dan andere levensbeschouwelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen. Dit verschil wordt gemaakt omdat juist in het onderwijs de overdracht van ‘identiteitsbepalende normen en waarden’ plaatsvindt.
Het advies van de Raad van State ligt op dit moment bij het kabinet. Minister Plasterk heeft eerder aan de Kamer laten weten dat het mogelijk wel tot dit najaar kan duren alvorens het kabinet tot een gezamenlijk standpunt komt.